Methode
Dit project heeft twee te onderscheiden fasen waarbij de eerste zich expliciet richt op het (hidden) curriculum van de opleiding en de tweede zich richt op een try-out bij startende eerstejaarsstudenten in een nieuw academiejaar, een verankering in het expliciete curriculum van het eerste opleidingsjaar én de opstart van een doorgaande lijn “diversiteit als uitgangspunt”.
De eerste fase start met de ontwikkeling en realisatie van een pre-meting bij de huidige studenten 1 BAKO rond hun bewustzijn van diversiteit als evidentie in een kleuterklas De meting gebeurt via focusgesprekken. Zowel de studenten van Diest als die van Heverlee worden betrokken, waardoor de effectiviteit van het programma op een brede schaal getoetst wordt.
Daarnaast neemt een groep docenten van beide vestigingsplaatsen (Leuven en Diest) en drie docenten van spiegelpartner KHLim deel aan een intensief sensibiliseringstraject rond de kansarmoedeproblematiek . Cognitieve en dynamisch-affectieve doelen worden bewerkstelligd: deze docenten krijgen meer voeling met, verwerven meer inzicht in, worden zich meer bewust van … wezenlijke aspecten van diversiteit, toegespitst op kansarmoede.
Zij doen dat via ontmoetingen en ervaringsdagen rond deze problematiek, voorafgegaan en/of gevolgd door supervisies onder leiding van experten en ervaringsdeskundigen. Flankerend Onderwijsbeleid van de steden Leuven en Diest bevestigden dat ze de opleiding willen ondersteunen in de realisatie van deze docentenstage (zie intentieverklaringen), ook het RISO (Vlaams Brabant zal hierin betrokken worden). Dit traject wordt geflankeerd door een (kwalitatieve) effectmeting (via focusgesprekken).
De diepgaande ervaring moet ertoe leiden dat kritische punten in het (hidden) curriculum van eerstejaarsstudenten aangestipt worden. Daartoe wordt de bestaande kijkwijzer (gebaseerd op de SGOK-kijkwijzer; 2003), geactualiseerd en geoptimaliseerd. Zo kan/kunnen (aspecten van) het (hidden) curriculum van de opleiding kritisch gescreend worden op onderliggende hiaten/fouten/ scheeftrekkingen m.b.t. de diversiteit van het kleuterpubliek, en meer bepaald m.b.t. de doelgroep kansarme allochtone/autochtone kleuters.
Op basis van deze opgebouwde en onderbouwde kennis (verwerkt in een kijkwijzer) wordt het curriculum van het eerste semester van het eerste opleidingsjaar kritisch tegen de lamp gehouden en wijzigingen binnen het lopende programma voorgesteld en uitgewerkt. Elke betrokken lector formuleert een drietal concrete acties. Daarnaast wordt een ervaringstraject, inpasbaar in het huidige curriculum van het eerste semester van het eerste opleidingsjaar, voorbereid dat vormgegeven en (zowel in Leuven als in Diest) gerealiseerd wordt in fase 2 van het project. Ook hier geeft spiegelpartner KHLim aan wat op welke manier transfereerbaar is naar andere hogescholen.
Met doelgroepstudenten wordt een beperkte (kwalitatieve) effectmeting georganiseerd (via focusgesprekken). In deze fase wordt ten slotte ook een opleidingswerkgroep opgestart rond ‘doorgaande lijn voor diversiteit als uitgangspunt’.
De werkgroep tekent een plan uit voor verankering van het ideeëngoed door de opleiding heen, met name verder bouwend op de nieuwe aanzet in het eerste opleidingsjaar en op de reeds aanwezig expertise in de opleiding. Tot het plan behoren ook acties op het niveau van de studenten zelf (walk your talk).